Herinrichting en op duurzame wijze in cultuur brengen van de plantages

De kern van duurzaamheid is dat het erop gericht is zo lang mogelijk gebruik te maken van de grondstoffen die op aarde aanwezig zijn en het veraangenamen van de leefomgeving van alles wat op aarde leeft.

Vanaf de overname van de VCM plantages door de familie Van Alen, heeft de voormalige Directeur, de heer Armand van Alen (directeur van 1979 – 2022), op duurzame wijze gewerkt aan het herinrichten van wat ooit was aangelegd als voeding gewassen plantages (waaronder cacao, suikerriet en rijst), naar voornamelijk gras plantages voor de teelt van runderen, schapen en geiten (100% grassfed cattle.) Deze aanpak wordt voortgezet door zijn jongste zoon, de huidige Algemeen Directeur John van Alen (2022 – heden).

Allereerst werden de ringdijken, sluizen en kanalen op orde gebracht om lekkages te voorkomen, en te voorkomen dat er zout water zou infiltreren tijdens hoogwater van omliggende rivieren en bij hoge waterstanden in de moerassen van het rechteroevergebied van de Commewijne- en Suriname rivier. Tot nu toe wordt er veel gewerkt met de zoetwaterkanalen binnen de plantages voor transport van de werknemers.

Hieronder volgt een kort overzicht van de gewassen die aan de huidige veehouderij zijn voorafgegaan:

Koffie 1754 – 1888, waarbij ook katoen 1861 -1865 werd verbouwd.

Suiker 1889 – 1934,

Banaan (plantain), cassave en rijst 1934 – 1947

Cacao 1947 – 1968

Grasland (voornamelijk) ten behoeve veeteelt. Sinds 1979

Om de verschillende verwaarloosde plantages wederom in cultuur te brengen, is het volgende proces gevolgd:

  1. Rondom het te ontginnen gebied is er een ringdijk gemaakt met behulp van een kabelkraan die op een ponton is bevestigd voor grote arealen, voor kleinere arealen wordt een hydraulische graafmachine ingezet.
  2. Er zijn blokdammen gemaakt van circa 10 – 20 hectare inclusief de binnen goten.
  3. Door regenval komen de blokken langzaam onder water. Als het groeipunt van de vegetatie onder water is, sterft die af. Alleen de vegetatie die tegen water kan, overleeft.
  4. Er wordt een overlooppijp geplaatst zodat het water op een bepaald niveau blijft, en niet over de ringdam gaat, wat de ringdam kapot kan maken. Afhankelijk van de regenval duurt dit proces ongeveer 6 maanden.
  5. Als de vegetatie is afgestorven, wordt het water tot een bepaalde hoogte gezakt.Tussen de afgestorven bomen, wordt er handmatig paardengras geplant en als er eventueel nog vegetatie aanwezig is, wordt die weggekapt door de arbeiders. Paardengras (Echinochloa polystachia) wordt vegetatief vermeerderd, in rijen van 70 cm uit elkaar, dit omdat het zaad bijna niet kiemkrachtig is.
  6. Als de dammen dan in de tussentijd droog genoeg zijn, worden die afgewerkt met een bulldozer en vervolgens afgerasterd (walaba palen (lokaal hardhout soort uit het binnenland) met 5 rijen prikkeldraad).
  7. Als het geplante paardengras oud en dik is, worden de runderen erin gejaagd, waarbij de runderen het gras vanzelf wel verder verplanten door erin te lopen en er te grazen.
  8. Op de ringdammen wordt het platgroeiende African Star gras (Cynodon nlemfuensis) geplant dat veel beter tegen droogte kan.

Weide- en watermanagement

Het behalen van een efficiënt weide- en watermanagement is essentieel voor het houden van runderen op grasland.

Gelegen in de jonge kustvlakte, bevinden de VCM plantages zich op zware zeeklei grond. Om het beste gewas te vinden, heeft de eigenaar in het verleden geëxperimenteerd met verschillende grassoorten. Uiteindelijk bleek dat het zogenaamde paardengras (Echinochloa polystachya) en African Star grass (Cynodon nlemfuensis) het beste gedijen in deze omgeving, respectievelijk voor de plantages en de dammen.

Omweiden is een sleutelfactor in het systeem.

Er wordt een verweidingssysteem toegepast, waarbij de kunst is om na 30 dagen terug te komen op hetzelfde blok. Waardoor je een lagere infectiedruk krijgt van parasieten (wormen), de runderen worden dan ook niet ontwormt, ze lopen jaar in jaar uit buiten en krijgen geen bijvoeding. Door middel van sorteringen zorgen wij ervoor dat de druk op het gras niet te hoog wordt.

Met ons beweidingssysteem en aandacht voor gezonde voeding van onze runderen, garanderen we bij VCM Slagerijen niet alleen de meest natuurlijke leefomgeving voor onze dieren, maar ook het meest gezonde en smaakvolle vlees voor u als klant. Proef de puurheid van ons vlees en ervaar het verschil!

Als bedrijf hechten we bijzonder veel waarde aan watermanagement en zorgen we dat onze plantages voldoende beschermd zijn tegen overstromingen. Met onze 7 afwateringssluizen en een netwerk van primaire, secundaire en tertiaire kanalen van in totaal 695 km, zijn we goed voorbereid om het overtollige water van onze plantages af te voeren.

De belangrijkste kanalen bestaan uit ongeveer 155 km primaire kanalen, 395 km secundaire kanalen en 145 km tertiaire kanalen. De secundaire kanalen dienen als onze afwateringskanalen in het blok en onze tertiaire kanalen fungeren als onze waterbuffers voor de droge periode, zodat ten alle tijde de runderen over drinkwater kunnen beschikken. We zorgen ervoor dat de primaire kanalen goed worden uitgegraven en opgeschoond voordat de grote regentijd begint, zodat we het water maximaal kunnen afvoeren.

Als bedrijf houden we ook rekening met de klimaatveranderingen en de extreme weersomstandigheden die hiermee gepaard gaan. De gemiddelde regenval bedraagt     2230 mm, maar we hebben recentelijk een toename gezien in zowel de hoeveelheid als de intensiteit van de regenval. In 2021 en 2022 hebben we bijna 3 meter regen gehad, waarbij de intensiteit van de regenval ook aanzienlijk is veranderd. Als bedrijf blijven we ons inzetten om ons waterbeheer continu te verbeteren en ervoor te zorgen dat onze plantages en runderen te allen tijde toegang hebben tot voldoende en schoon drinkwater.

De hoogste regenval ooit gemeten in 24 uur was 200 mm en de meeste regenval in 8 dagen bedroeg 425 mm en het maximale welke we genoteerd hadden per maand bedroeg 612 mm. In de droge tijd kan het reservewater aangesproken worden van de 3 verschillende wadoeks (totaal 820 hectare). De omliggende dammen zijn zo hoog gemaakt, dat alle regenval in het regenseizoen opgevangen kan worden, zodat we het maximaal kunnen benutten in de droge tijd.

Landbouw, vis en veeteelt

Met de toenemende uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en financiële instabiliteit is het van groot belang om onze bedrijfsvoering aan te passen en te optimaliseren. In deze dynamische omstandigheden moeten we ons richten op het behalen van maximale opbrengsten uit de grond, terwijl we tegelijkertijd duurzaamheid en efficiëntie hoog in het vaandel houden.

Voor de toekomst is er nog 120 hectare beschikbaar voor ontginning tot grasland. Het paardengras kan praktisch niet worden vermeerderd via zaad, dus wordt het vegetatief uitgeplant, wat kostbaar en tijdrovend is. Twee dikke (oude) stengels worden op 70 cm afstand van elkaar in de grond gestoken. Het gras wordt vervolgens gespruit en groeit door tot het oud genoeg is om te worden begraasd door de runderen en ook kan worden vertrapt om verder te vermeerderen. In het begin kan er 1 koe per hectare worden gehouden, maar na ongeveer 8 jaar, als het rijpingsproces van de grond is voltooid, kan het aantal koeien geleidelijk worden verhoogd. Hoewel er monocultuur van gras is, hebben we op de dammen juist verschillende fruitbomen geplant en worden ook bepaalde delen met rust gelaten, waardoor nesten van bijvoorbeeld de Geelkop troepiaal vogel worden bevorderd. Deze vogel dient als indicatie voor de aanwezigheid van rupsen die het gras mede opeten. Een klein vlindertje legt talloze eieren in het gras en als ze uitkomen, willen de rupsen het gras opvreten. Als de vogels, wespen en andere dieren het niet aankunnen, moeten we de natuur helpen door te spuiten met een biologisch bestrijdingsmiddel genaamd Biopel. Dit middel bevat een bacterie die alleen de rups aanpakt en de vogels intact houdt.

Er worden diverse boomsoorten geplant in de weilandblokken, waarvan de niemboom een belangrijke is. Ongeveer 2.000 niembomen zijn geplant en deze geven een insectwerende geur af, waardoor er minder vraat van rupsen op het gras is. Ook krijgen de schapen en geiten regelmatig stukjes niembladeren, wat op natuurlijke wijze de ingewand parasieten (wormpopulatie) onderdrukt houdt. Door de verscheidenheid aan geplante bomen ontstaat er een weelderige biodiversiteit in het gebied.

Daarnaast zijn er 3000 kokosbomen geplant op de dammen en is het plan om dit aantal in de toekomst verder uit te breiden. De kokosboom is uitermate geschikt voor dit kustgebied en kan de harde zeewind (noordoostpassaat) goed weerstaan. Doordat deze bomen langs de kanalen groeien, ontvangen zij voldoende water en nutriënten. De planning is om niet alleen meer kokosbomen aan te planten, maar ook de kwaliteit van het geplante materiaal te verbeteren.

Om het geheel duurzaam te maken, zal in de toekomst de kokosbast verwerkt moeten worden naar kokos potaarde en cocopeat. Momenteel verkoopt VCM het merendeel van haar noten en ook kokosbast aan afnemers. Een klein deel van de kokos wordt op de boerderij verwerkt tot verpakte bevroren geraspte kokosnoot en seroendeng. In ’t VCM Hoekhuis is er ook altijd gekoelde verse kokosnoot verkrijgbaar.  

Daarnaast heeft VCM Plantations een groentetuin waarin verschillende groenten worden geteeld voor de VCM Slagerijen in Paramaribo. Het afval uit de groentetuin wordt op een slimme manier hergebruikt: het gaat naar de dieren, zoetwatervissen en enkele dieren op stal of naar de composthoop.

Het afval van de schapen- en geitenstallen (mest en gehakt gras) wordt ook naar de composthoop gebracht, en de mest van de runderstallen wordt gebruikt voor de groentetuin. In deze tuin worden verschillende gewassen geteeld, zoals cassave, banaan, laos, pompoen, pepers, soepgroenten, pinda, dagoeblad, tayerblad, spinazie, papaja, guave, ronde birambi, pomme de cythere en diverse theegewassen zoals citroengras, marva, moringa en boszuurzak.

Langs de kanalen/dammen zijn er ook manjabomen en noni struiken. Deze twee gewassen leveren ook vruchten voor de Gourami vissen.

De Gourami vissen worden op zeer lage dichtheden gehouden en worden gevoed met fijngehakt voedsel afkomstig van de plantage en groenten tuin (de niet verkoopbare kwaliteit), alsmede met algen. Bovendien is het water uit de visvijvers nutrientrijk en kan worden gebruikt voor irrigatie van de groentetuin. In de extreem droge periode dreigt zoetwater schaars te worden. De visvijvers kunnen wederom worden aangevuld met opgeslagen regenwater vanuit een 10 hectare spaarbassin.

Het belang van mangrove en parwa bomen voor de VCM plantages

Met de stijging van de zeespiegel en de dreiging van erosie langs de kust, is het beschermen van de ecologische zone rondom de VCM plantages en het kustgebied van cruciaal belang. Het Mangrove en Parwa project is daarom opgestart om de natuur een handje te helpen en de plantages te beschermen tegen de invloeden van de Atlantische Oceaan.

De VCM plantages bevinden zich in het estuarium gebied van de Commewijne- en de Surinamerivier, dichtbij de monding van de Atlantische oceaan. Hier zijn er veel mangrove en parwa bomen die extra bescherming geven aan de ringdijken tegen invloeden van de Atlantische Oceaan. Het gebied van de VCM plantages is gelegen tussen de ringdijken, de rivieren en het zwampgebied; de ecologische zone grenst ervóór in het noorden aan de oceaan. Deze ecologische zone heeft een kraamkamer functie voor de vele zee en riviervissen en schaaldieren.

VCM is sinds 2021 begonnen met het ondersteunen van de natuur door meer mangrovebomen te planten in de ecologische zone. Deze bomen, die steltwortels hebben, zijn beter bestand tegen de stijging van de zeespiegel in het gebied. Parwa bomen, die luchtwortels hebben raken verstikt en vallen om.

In 2021 werden 10.000 rode mangrove zaailingen geplant in de eco zone achter de plantages richting Atlantische Oceaan, maar door zware regenval kort na het planten heeft slechts een klein deel (ca. 480) van deze zaailingen het overleefd.

In 2022 is er besloten mangrove zaden te planten op gebieden op geschikte locaties binnen het zwampgebied. Er zijn 59.500 zaadjes uitgeplant in een strekking van 10.5km en in januari 2023 aren er al 2.500 ontkiemd. Hierbij hopen we een versnelling te bewerkstelligen van de natuurlijke aanwas van rode mangrove, die beter bestand is tegen de golfkracht van de zee. Het planten van mangrove zaden blijkt zeer succesvol. De mangrove is de belangrijke boomsoort voor het kustgebied. De mangrove wordt beschouwd als het         exoskelet van het gebied waarin de VCM plantages zich bevinden. Verder is het ook goed om te weten dat de mangrovebossen het meest efficiënte bossysteem is om kooldioxide op te slaan, en tevens een belangrijke kraamkamer functie vervult voor veel zee- en riviervissen en schaaldieren.

Met dit project draagt VCM niet alleen bij aan de bescherming van de eigen plantages, maar ook aan het behoud van de Surinaamse kustvlakte en haar biodiversiteit. Door het planten van mangrove zaden wordt niet alleen de natuurlijke aanwas gestimuleerd, maar ook de opslag van kooldioxide bevorderd. Zo draagt VCM op een positieve manier bij aan de strijd tegen klimaatverandering. Kortom, het Mangrove en Parwa project van VCM laat zien hoe bedrijven en natuur hand in hand kunnen gaan. Zoals de Surinaamse uitspraak luidt: “Yu musu tan nanga wan futu na gron”, oftewel “We moeten leven in harmonie met de natuur”. En dat is precies wat VCM doet.

Het waterbeheersing project

Wat heel belangrijk is in dit gebied is om met de natuur mee te werken wat betreft waterbeheersing. Dijken, kanalen en sluizen vormen een zeer belangrijk onderdeel hiertoe met name in relatie tot de getijden van de rivier. Bij laagtij (eb) lozen wij het overtollige water via een sluis naar de rivier. Dit proces is al eeuwenlang in gang vooral tijdens de regentijd. In de droge tijd is van cruciaal belang dat de sluisdeuren goed gesloten blijven.

Momenteel zijn er nog vijf oude sluizen in gebruik die zijn vervaardigd uit Nederlandse bakstenen. (Uiteraard zijn de sluisdeuren vervangen.)  De bakstenen werden als ballast meegenomen vanuit Nederland naar de toenmalige kolonie, Suriname, met dezelfde schepen die de ladingen vanuit de kolonie naar het moederland vervoerden.

In de loop der jaren zijn er verschillende sluizen ontworpen door de heer Armand van Alen en zijn team.

Zo staat er bij N.V. COMFISH bijvoorbeeld een klepsluis die door hem is ontworpen. Bij deze klepsluis drukt het water tijdens hoogtij de klep dicht vanwege de waterkracht van buiten, terwijl de klep bij laagtij opent door het uitlopend water dat in verbinding staat met de Commewijnerivier.

Een sluis die zeer de moeite waard is om te bezoeken, is de zogenaamde ‘oorbelsluis’ op plantage Andrea’s Gift, die in periode 24 juni tot en met 28 oktober 2004, is gebouwd onder leiding van de heer Armand van Alen.

Bij de aanvang is er een put gemaakt m.b.v. een kabelkraanmachine waarbij damplanken in de grond werden gedreven. De damplanken werden op hun beurt weer aangereikt door middel van een lange boom graafmachine, waarna de put verder werd uitgegraven. Aan weerskanten van de dam, is er een extra beschoeiïng van parwahout met kabels en een zogenaamde dode kracht aan de andere kant van de dam, zodat de dam niet verder inzakt.

Nadat de put op maat was uitgegraven, werd er een lattenbodem geplaatst en daarop een werkvloer met ca. 10 cm dik beton gestort, zodat het geheel waterpas was. Speciaal hiervoor was er een grondstofmix gemaakt in bigbags (ca. 1 ton) die langs de dam geplaatst werden. Hierdoor was het mogelijk om met behulp van de kabelkraanmachine deze mixture van water en cement, in de betonmixer truck te plaatsen. De betonpomp met een lange boom stond op een ponton voor de uitgegraven put, en verpompte beton in kruiwagens die de arbeiders naar de verste hoeken moesten kruien, waar de pomp niet bij kon. Na de initiële constructie begon het meest veeleisende deel van de bouw. Het centrale gedeelte van de damplanken, dat bestemd was voor de wateruitlaat, werd vernietigd om het ijzerwerk in de fundering te kunnen vlechten.

Daarna is het ijzerwerk van de wanden gevlochten en werden de houten wanden opgetrokken, zodat de grote stort beton in 1 één keer kon plaats vinden. In totaal werd er 225 m3 beton gestort voor deze sluis. De breedte van de waterdoorgang bedraagt 3,5 meter. Het ideale waterniveau in het binnenwater, gemeten van de bodem van de sluis bedraagt 2,25 meter. Dus je hebt dan een oppervlakte bereikt van 7.9 m2. De hoogste stand ooit gemeten in de kanalen, was 20 cm hoger dan het ideale niveau, wat neerkomt op 8.5 m2. De kunst is dus genoeg water aan te voeren om het zo snel als mogelijk af te voeren, omdat het waterpeil in het binnen kanaal snel daalt wanneer de sluis openstaat.

De sluisdeur weegt ca. 4 ton, waarbij de heer van Alen 2 gewichten van ca. 600 kg aan de deur heeft bevestigd als contragewichten, waardoor bij eb een hefboomwerking ontstaat. Hierdoor kan je volstaan met Bijvoorbeeld een 5 ton takel in plaats van een 10 ton takel, wat aanzienlijke kostenbesparingen oplevert. Wat deze sluis zo uniek maakt is de verrolbare klepdeur, waardoor de sluisdeur open kan blijven en de wet van communicerende vaten zijn intrede kan doen. Daalt het waterniveau bij de klepdeur, dan stuwt het binnenwater de deur naar voren toe en als de druk groot genoeg wordt dan wordt de deur aan de voorkant opgelicht, zodat je de minste weerstand hebt. Dit is de meest efficiënte manier van sluizen.

Een ander voordeel van de uitrolbare klepdeur is, dat er minder kolkingen ontstaan aan de zijkanten van de deur, en de dammen minder snel afkalven. Bij vele andere sluizen heeft men ook de klepdeur aangepast, het is gefixeerd en rolt er dus niet uit en wanneer het tij keert en er is iets tussen de klepdeur en de betonnen wand gekomen, men de kleinste hoek krijgt, waardoor er minder rivierwater naar binnen kan stromen.

Ondertussen heeft men te N.V. Vabi niet stilgezeten met het ontwikkelen van sluizen die relatief gemakkelijk te installeren zijn en nu ook als prefab te koop zijn. Wij noemen de sluizen alhier Vabi prefab sluizen. In April 2020 werd de eerste Vabi prefab sluis geplaatst  Deze sluisjes helpen het water niveau binnen de plantage beter te beheersen. Ondertussen zijn er reeds 8 van deze sluisjes geplaatst op de VCM plantages en er is nog behoefte aan minimaal 5 van zulke sluisjes alhier.